Overheidscommunicatie tussen 1995 en 2010

De moeizame slag om het publiek vertrouwen
 

De Sp!ts euro-columns 

Inleiding

Van september 2000 tot januari 2002 schreef ik in Sp!ts over de invoering van de euro. Tot december 2001 waren dat wekelijkse columns, waarin ik tal van aspecten van de euro behandelde. De laatste 4 weken van december 2001 en de eerste 3 weken van januari 2002 werd de column geïntensiveerd tot een dagelijke frequentie. Enkelen daarvan zijn hier opgenomen.

----------------------------------------------------------

Piet

Tot gisteren klopte mijn hart vol verwachting. Maar enkele krantenberichten sloegen die de bodem in. Nederland zuinig in feestmaand, las ik. Minste geld voor cadeaus in heel Europa, werd eraan toegevoegd. Elders zag ik, dat mensen beweren 11 cadeaus te kopen, terwijl ze er maar 5 ontvangen. Waar blijven die andere cadeaus, denk je dan.
De winkeliers doen voor Sinterklaas weer ontzettend hun best. Etalages puilen uit. Ook voor euroxperts is er veel te genieten. Chocolade euroletters, goudkleurige euromuntjes. En natuurlijk ook lederen portemonnees. Ik heb er één gekocht. Voor wie? Dat blijft een verrassing. Maar ik vroeg natuurlijk wel of hij europroof was. Tot mijn verbazing maakte de verkoopster de portemonnee open en haalde er een nep-biljet van 500 euro uit. Aan alles blijkt te zijn gedacht.
Nadien heb ik de kranten wat zorgvuldiger gelezen. Nederland is helemaal niet zuinig, bleek me. We geven dit jaar evenveel uit als vorig jaar. Het zuinige moet gezien worden in verhouding tot de buitenlandse uitbundigheid met Kerstmis. Vervolgens trof mijn oog de krantenkop “Sint betaalt met duizendjes”. Veel van het thuis opgepotte geld wordt omgezet in Sinterklaas geschenken.
De krant ziet direct een relatie met zwart geld. En wijdt uit over de omvangrijke retourstroom van duizendjes. Het zal allemaal wel. Helder is dat veel geld dat lang aan het zicht was onttrokken, nu door de euro-omwisseling weer boven water komt.
Ook hierin volgt Nederland weer een eigen lijn. Er blijft gezocht worden naar crimineel geld. De wetgeving om daar de hand op te leggen wordt aangescherpt. In Italië en Spanje doen ze dat anders. Daar wordt de regelgeving juist versoepeld, om er toch nog wat belasting over te kunnen vangen. Wat werkt beter? Voor Sint, een eerbiedwaardig Spaans ingezetene, kan het niets hebben betekend. Zijn inkopen nu zijn even duur als vorig jaar. Hij heeft dus geen zwart geld. Hij behelpt zich uitstekend met Zwarte Piet…

4 december 2001

-------------------------

Ontwenningskuur 

U kent ze wel de broodje aap-verhalen. Het is vaak vechten tegen de bierkaai om ze te ontzenuwen. Zo voel ik me af en toe als er weer een mal verhaal over de euro de ronde doet. Neem de nikkel-allergie. Onder druk van Frankrijk zou, ter bescherming van de belangen van haar nikkelmijnen in Nieuw-Caledonia, een eiland in de Stille Zuidzee, extra veel nikkel in de euro zijn verwerkt. Terwijl toch algemeen bekend zou zijn dat caissières als het zweet hen in de handen staat een grote kans lopen op nikkel-exceem. De Franse vakbond voor winkelpersoneel dreigt zelfs met actie, las ik zaterdag in een krant.
Nederlandse vakbondsleden doen er verstandig aan niet zo snel op dit soort berichten af te gaan. Maar eerst uit te zoeken hoeveel nikkel er thans in de munten zit. Op de stuiver en het vijfje na bestaan de huidige munten volledig, nou laat ik niet overdrijven, voor 99 procent uit nikkel.
De euromunten van 1, 2 en 5 cent bestaan uit een legering van staal en koper. De munten van 10, 20 en 50 eurocent zijn gemaakt uit nordic gold, een samensmelting van koper, aluminium en zink. Nikkel is alleen verwerkt in de 1 en 2 euromunten. De gouwering van 1 euro is voor 75 procent van koper en voor 25 procent van nikkel. Het middenstukje is te vergelijken met een sandwich. In het ‘beleg’ zit 12 procent nikkel. Maar daar kom je pas mee in aanraking als je er echt je tanden in gaat zetten. Voor de 2 euro geldt hetzelfde maar dan ‘binnenstebuiten’.
Het lijkt me dus dat we in plaats van nikkel-allergie eerder nikkel-ontwenningsverschijnselen moeten vrezen…
Tja, en wat moeten we daar nu mee? Ik zou zeggen, bewaar een rijksdaalder in uw portemonnee. En diep hem op zogauw u niet meer weet waar u het zoeken moet vanwege het onbeheersbare verlangen naar nikkel.

9 december 2001

---------------------------

Namen

Op het ergste voorbereid waren ze bij de eurolijn. De bijna 15 miljoen brochures met de afhaalcoupons zouden worden verstuurd. De grootste postverzending ooit. Die zou de telefoons onafgebroken doen rinkelen. Maar het valt alleszins mee. Aan het eind van de vorige week hebben 35 duizend mensen gebeld. Er was op het dubbele gerekend…
In alle opzichten blijkt de operatie goed te zijn voorbereid. Het aantal retourzendingen is gering: zo’n 30 duizend enveloppen zijn verkeerd bezorgd. Dat is 2 op iedere duizend. Enkele tientallen mensen melden zich vast bij een winkel om het eurokitje af te halen. Het is vervelend als je slachtoffer bent van je eigen enthousiasme, maar op het geheel van de bevolking is het een verwaarloosbaar aantal.
En dan die 35 duizend telefoontjes naar 0800 1521. In de meeste wordt gevraagd om bevestiging van wat men al weet. Wanneer en waar kan ik het kitje afhalen? De antwoorden zijn: vanaf 14 december bij postkantoren, bankfilialen, Shell-benzinestations, Hemawinkels en Combi. Daarnaast zijn er veel vragen over de machtiging. Er zijn nogal wat gehandicapten die de machtiging niet zouden kunnen ondertekenen. En er zijn al veel mensen in het buitenland die niet voor de jaarwisseling terugkomen. Hoe kunnen die toch hun kitje krijgen? De mensen van de eurolijn zijn erop getraind deze vragen te beantwoorden.
Pijnlijker is het met gescheiden en inmiddels reeds hertrouwde vrouwen die de afhaalcoupon op de oude naam hebben gekregen. Of geadopteerde kinderen die de naam van de nieuwe ouders hebben gekregen, maar op de voucher nog hun oude familienaam terugvinden. Helemaal perfect is de verzending dus niet te naam gesteld. Zo’n 150 mensen zeggen er wat van. Maar ook hier weten de eurolijn voorlichters inmiddels een adequate reactie op.
Alles bij elkaar kun je zeggen: de sores rondom de eurokit mag geen naam hebben. Dat mag op grond van de omvang zeer opmerkelijk heten…

10 december 2001

---------------------------

Elfstedentocht 

Ooit werd Marcel van Dam met ‘De achterkant van het gelijk’ voor de zoveelste keer beroemd. Op socratische wijze tastte hij de ethische grenzen van zijn gasten af. Veel journalisten doen het hem nu na. Maar stel dat de economie instort, wat dan? Stel de Wet van Murphy is van toepassing, wat mis kan gaan gaat mis, moet het leger dan niet worden ingeschakeld? What if… Voorlichters weten dat het beantwoorden van dergelijke vragen een doodzonde is. Want in plaats van die reacties op zorgvuldige socratische wijze te wegen, vind je slechts de kale antwoorden in de krant terug. Omvangrijke bezuinigingen aangekondigd! Leger gemobiliseerd!
Ook veel politici zijn inmiddels door schade en schande wijs geworden. Dat geldt nu waarschijnlijk ook voor de woordvoerder van de provincie Friesland. Hij gaf aanleiding voor krantenkoppen als: Euro en Máxima obstakel voor Elfstedentocht. Eind augustus heeft de minister van Binnenlandse Zaken alle Commissarissen van de Koningin gevraagd enige terughoudendheid te betrachten bij het toestaan van evenementen, omdat er al een groot beslag op de capaciteit van de politie werd gelegd door het kroonprinselijk huwelijk en de invoering van de euro. Zo’n drie maanden later, we hebben al twee nachten vorst gehad, wordt de Friese voorlichter gevraagd, wat dit betekent. Stel nu dat het lang genoeg vriest, zou dit consequenties kunnen hebben voor de Elfstedentocht? Het antwoord weten we nu. De gevolgen ook. De voorpagina’s staan er vol van. Boze schaatscracks, opgewonden Tweede Kamerleden, kwade gezichten richting politie, geroep om extra bijstand van het leger. Maar niemand die even informeert hoe het echt zit. Laat Ed Nijpels, de Friese Commissaris, zich ‘his finest hour’ ontnemen als die door koning winter op een presenteerblaadje wordt aangeboden? Natuurlijk niet. Niemand wil dit volksfeest missen. Zullen we nu nog de oplossing niet weten, dat is anders als de samenloop zich echt gaat voor doen. Immers, komt tijd, komt raad.

11 december 2001

---------------------------

Pecunia 

Twee grote onderdelen van de euro-introductie zitten erop. De verzending van de brochure met de afhaalcoupon. En sinds vrijdag de verspreiding van de eurokits. Ondanks de vrieskou wekt de entree enig enthousiasme onder de doorgaans nuchtere Nederlanders. Een collega meldt: “Ik hoorde een medewerkster van een parfumerie tegen haar collega zeggen: ik voel me zo blij, ik heb eindelijk de euro gezien.” Zelf doe ik gelijke ervaringen op. Ook op zaterdag. Als jurylid van de euroquiz, in de marge van het PvdA-congres, valt me op dat menigeen het consumentenpakketje aan andere partijgangers laat zien. Later zie ik bij de Hema een behoorlijke rij staan bij het uitgiftepunt van de eurokits. Rustig wacht iedereen op zijn beurt om direct na ontvangst de plastic verpakking te verwijderen en de muntjes te bewonderen.
Met enige regelmaat word ik gebeld. Krijg zo de laatste informatie door over de distributie. Incidenten blijven uit. Er zijn slechts vermakelijke bijkomstigheden. Zoals de Shell, die meldt dat ze bij verschillende benzinestations de ondergrondse tanks eerder moeten bijvullen dan verwacht.
Onder de columnisten bespeur ik ook een omslag. Bas van Putten valt in het Algemeen Dagblad haast in katzwijm. Pure weelde, schrijft hij over het uiterlijk. En het eurokitje krijgt een welhaast literaire omschrijving met ‘het achtkoppige nestje munten’. In de Volkskrant verhaalt Martin Bril van het ophalen van zijn kitje, samen met zijn dochters. De één spreekt van chocolademunten. Maar de ander zegt: ik vind ze mooi. Bij thuiskomst wordt er met de munten gespeeld en gerekend dat het een aard heeft. Waarna de oudste vaststelde: dit geld stinkt niet! Ik beschouw het als het ultieme compliment. Want ze zal de gymnasiumleeftijd nog niet hebben bereikt. Dan had ze geweten: pecunia non olet. Geld heeft nooit gestonken. Maar mijn gebruikelijk cynisme legt het dit weekend af tegen de opluchting over het verloop van de euro omwisseling tot nu toe.

16 december 2001

---------------------------

Wokkels 

In het Gouvernement in Maastricht is een expositie ingericht over de euro. Daar worden herinneringen opgehaald aan het verleden van 10 jaar geleden. Aan de Top van Maastricht waar de grondslag voor de euro is gelegd. Maar er wordt ook vooruit gekeken. Onder meer naar wat je nog met het oude geld kan doen. Verschillende kunstwerken staan er tentoongesteld, die vervaardigd zijn van het metaal van de munten. Of van versnipperde bankbiljetten. Het is een leuke tentoonstelling, u kunt daar ook alle 96 euromunten in het echt zien, en zeker een bezoekje waard.
Nu de werkelijke invoering zo nabij is, groeit de belangstelling voor de retourstroom van guldens. Ook dat moet enigszins ordelijk verlopen. De munten nemen zo’n volume in, dat enige aandacht op zijn plaats is. Aan de winkeliers zijn gele en rode plasticzakken verstrekt om ze gesorteerd retour te geven. De vergoeding daarvoor bedraagt elf euro per zak. Eenmaal in Lelystad zullen de guldens na enige tijd worden gewokkeld. Daarmee zijn ze waardeloos. Vervolgens zullen ze worden omgesmolten en weer als grondstof ergens aan de metaalverwerkende industrie worden aangeboden. Het kan ook een kunstenaar zijn. We zijn er voorlopig dus niet van af.
Maar hoeveel van de munten keert nu terug? In heel Europa worden 70 miljard nationale munten uit circulatie gehaald. Hoeveel ervan is kwijt? Hoeveel worden er bewaard om later aan de kleinkinderen te kunnen laten zien? De schattingen lopen uiteen. De overheid, u dus, wordt er niet slechter van. Het hergebruik levert iets op. Het niet ophoesten van het oude geld ook. Want dan wordt de tegenwaarde in euro niet teruggegeven. Versterf wordt dat genoemd. De Nederlandsche Bank waagt zich pas na de euro-operatie aan een schatting van de omvang daarvan. Met de euro-invoering mag veel geld zijn gemoeid, ze is zo uniek, dat er zelfs met het weggegooide geld nog iets leuks kan worden gedaan.

17 december 2001

---------------------------

Bijbelvast 

Droef word ik een beetje van de berichten over chaos die nu weer de kop opsteken. Vooral als mensen zonder de feiten te controleren maar wat roepen. En direct dreigen met schadevergoedingen.
Sinds 1 december verzorg ik elke dag een persbriefing. De belangstelling wisselt. Maar gisteren was hij erg groot. Twee cameraploegen, 4 radioverslaggevers en nog enkele vertegenwoordigers van de schrijvende pers. Dat is voor wat geleidelijk aan een Goednieuwsshow is geworden een mooie score. Ik had weer goed nieuws voor ze. Van de eurokits was al zestig procent afgehaald. Nog 38 procent zou volgen. Van de consumentenpakketten was 5,3 miljoen verkocht. Ruim eenderde van de gezinnen heeft nu één of meer pakketten in huis. Die gingen dus als warme broodjes de deur uit.
Maar daar kwamen ze niet voor. Er was wat aan de knikker. Een krant had voorspeld dat de chaos nabij was. Op aangeven van een ondernemersorganisatie in het winkelbedrijf spraken ze omvangrijke fouten in de eurobevoorrading. En dat terwijl ik constant had beweerd dat alles gladjes verliep. “Opinion is free”, begon ik mijn reactie. Maar daar gaat aan vooraf: “Facts are sacred”. En vervolgens gaf ik de feiten. Er zijn een kwart miljoen bestellingen geleverd in enkele weken tijd. Daarvan is in 250 gevallen, één procent, iets bij mis gegaan. Op dit moment zijn er geen problemen meer die om een oplossing vragen. Kortom, over welke chaos hebben we het?
Later dacht ik: wat voor een rare werkgevers zijn dit toch, die dergelijke verhalen de wereld insturen? Op dit moment zijn in tal van winkels, na sluitingsstijd, duizenden winkelbedienden aan het oefenen in het afrekenen in euro. Met daarbij het teruggeven van euro’s, ook als er met guldens is betaald. Wat voor een stimulans krijgen die, met die malle chaostheorie? De bijbelvastheid is onder de winkeliers kennelijk niet meer zo groot. Want wie wind zaait …

18 december 2001

---------------------------

Fijndistibutie 

Deze ochtend was het om 2 uur al erg druk rondom het Opslag- en Distributiecentrum (ODC) in Lelystad. Tientallen journalisten verzamelden zich bij wegrestaurant Hajé. En dat alles om de start te kunnen bijwonen van het uitrijden van het muntgeld. De komende dagen zullen de kassa’s van bijna alle winkels en horeca-etablissementen ermee worden gevuld.
In alle andere eurolanden moeten de winkeliers en horeca-uitbaters naar de bank om aan geld, zowel de munten als biljetten, te komen. Hier hoeven ze alleen het papieren geld af te halen. De munten worden op bestelling gratis bezorgd. Aanvankelijk liepen de voorbereidingen wat moeizaam. Veel toonbankinstellingen leken de bestelformulieren als overbodig reclamedrukwerk te hebben weggegooid. Maar uiteindelijk hebben na herhaaldelijke indringende oproepen toch bijna 180 duizend winkels een bestelling geplaatst. Bij elkaar voor meer dan 500 miljoen munten. Dat is ongeveer éénderde van de munten die op 1 januari in circulatie worden gebracht. Via de eurokits en consumentenpakketten zijn er inmiddels al 350 miljoen munten bij u thuis. De overige munten liggen al bij de lokale banken en de filialen van het grootwinkelbedrijf.
De fijndistributie wordt verzorgd door tante Pos, die tegenwoordig TPG heet. Die zet daarvoor 56 trucks en zo’n 1000 wit-oranje kleurige bestelwagens in. Anders dan gebruikelijk rijden daar nu twee mensen op, die goed getraind zijn om hun lading veilig en wel te bestemder plaatse af te leveren. Alleen aanhoudende ijzel kan de hele operatie in de wielen rijden. De kans daarop is overigens niet zo groot. Het weerbericht voorspelt voor vandaag wel kou, maar geen ijzel.
Al mijn collega’s hebben er vertrouwen in, dat ook de fijndistributie tot een goed einde wordt gebracht. Alleen Dagobert Duck bekijkt de hele operatie met lede ogen. De diepgang van zijn eurobad vermindert snel. Hij hoeft overigens niet lang te treuren. Over enige tijd  komen de guldenmunten retour. Daarmee kan hij zijn hart weer ophalen...

27 december 2001

---------------------------

Waarde 

Er kan op dit moment geld worden verdiend. Fantastische bedragen worden er via internet geboden voor de eurokits en de consumentenpakketten. Na 1 januari als het nieuwe er af is, zal dat wel veranderen.
Voor echte verzamelaars zullen ze wel enige waarde blijven houden. Zeker voor degenen die van alle deelnemende landen de munten bij elkaar willen sparen. Er zijn twaalf maal acht verschillende munten. Tellen we Monaco, San Marino en Vaticaanstad mee, dan komen er nog eens 24 bij. Doorgewinterde verzamelaars kijken nog verder. Die weten dat de muntproductie drie jaar geleden is gestart. Dat betekent dat je het aantal te verzamelen munten met drie moet vermenigvuldigen. En dan heb je fijnproevers die ook nog letten op het muntmeestersteken. Als onder hen in de afgelopen jaren een wisseling is geweest, dan heb je er al gauw weer acht verschillende munten bij.
De verzameling is dus niet snel compleet. De waarde stijgt dan ook nooit veel boven de opdrukwaarde. Anders wordt het natuurlijk met de oude munten. Bijna een miljard munten zijn al terug naar De Nederlandsche Bank. De komende weken zullen er minstens zoveel retour komen. Dat betekent dat deze munten geleidelijk aan zeldzamer worden. Wordt hun waarde dan navenant hoger? Het wordt in ieder geval zinvoller te letten op het jaartal en het muntmeestersteken. En bij de Koninklijke Nederlandse Munt eens te informeren hoeveel er van bepaalde munten in een bepaald jaar zijn geslagen. Van bijvoorbeeld de 5 guldenmunt uit 1998 zijn er maar 100.000 in omloop gebracht. Die zouden nu zo’n 17,50 gulden doen.
De werkelijke waarde van oude munten is echter voor iedereen verschillend. Met de Kerst hebben mijn dochters voor mijn moeder de munten die zij in de loop der decennia heeft verzameld netjes in een album gedaan. De verhalen die daarbij naar boven kwamen, laten zich niet in klinkende munt uitdrukken. Die zijn onbetaalbaar…

28 december 2001

---------------------------

Omloopsnelheid 

Het euro-enthousiasme kent geen grenzen. Tal van mensen bekijken de muntjes en biljetten van alle kanten. En als ze een muntje uit een ander land treffen, dan wordt die betrekkelijk snel terzijde gelegd. Alsof men bezig is een verzameling van de verschillende munten aan te leggen. Maar geld moet rollen. En dat lijkt maar aarzelend te gebeuren.
Er blijkt minder te worden gepind dan gebruikelijk. Mensen willen kennelijk graag de biljetten gebruiken die ze uit de geldautomaat hebben gehaald. Ze willen kennelijk de wat grotere coupures die ze ergens hebben gekregen omzetten in kleinere, die ze nog niet hebben. Tja, mensen volgen toch het liefst hun eigen logica.
De waarnemers zijn bezorgd. Niet voor de langere termijn. Maar wel voor vandaag en morgen. De verdeling over banken, winkels, consumenten heeft nog niet de juiste balans gevonden. Op de ene plaats zijn teveel hoge coupures. Op de andere teveel lage. Dat zou geen probleem zijn als iedereen even vaak pinde of chipte. Want het betalingsverkeer mag natuurlijk niet gaan haperen.
Zelf heb ik er alle vertrouwen in dat alles goed gaat. Maar moet ook vaststellen dat mensen graag de muntjes vasthouden. Eerder dan in Nederland de consumentenpakketten werden verspreid, liet een collega me al de Spaanse munten zien. Maar ze houdt ze natuurlijk even vast. Op Nieuwjaarsdag waren mensen verbaasd dat ze in het restaurant al Duitse euro’s tegenkwamen. Gaan ze die direct uitgeven? Een andere collega had Griekse vrienden met de jaarwisseling op visite. Die brachten Griekse munten in omloop. Tot groot enthousiasme van een winkelier, die ze ogenblik terzijde legde.
De grote omloop en de kleine omloop, het komt allemaal wel op gang. Maar uw medewerking is nog wel even nodig. Blijf gepast betalen. Wacht met het brengen van de overblijvende guldens naar de bank. De euro domineert waarschijnlijk volgende week al het betalingsverkeer. Dat is sneller dan verwacht.

3 januari 2002

____________

Vuurproef 

Micro-waarnemingen, daarmee ben ik de afgelopen weken met een enige regelmaat geconfronteerd. Collega’s, journalisten, familieleden, vielen me ermee lastig. Bijna zonder uitzondering vroegen zij of hun ervaring maatgevend was voor het algemene beeld. Vaak is vervolgens bekeken of het een uitzondering was, danwel een regelmatiger voorkomend verschijnsel. Er kon immers niet worden gewacht tot er wetenschappelijk verantwoorder gegevens beschikbaar kwamen.
Zaterdag zou de vuurproef zijn. Bij de post zat een berichtje dat ik iets op het postkantoor moest ophalen. Als een speer erop af. Ik kreeg daar nummer 888 in handen. Een mooi nummer, maar nummer 750 was pas aan de beurt. Dat werd afzien. Maar ook een goede mogelijkheid om te zien hoe het baliepersoneel met alle voorkomende problemen om zou gaan. Met bewondering heb ik gezien hoeveel geduld er aan de dag werd gelegd. Vooral toen een vrouw voor uiteindelijk meer dan 500 gulden aan dubbeltjes en kwartjes op de toonbank legde en die door een medewerkster liet sorteren en tellen. Het ongemak werd met een glimlach gedragen.
Later maakte ik een pitsstop in mijn favoriete lunchroom. Bij iedere betaling werd gevraagd: wilt u in guldens of in euro’s betalen. Bij de Hema hing bij de kassa een oproep om vooral in euro’s te betalen of te pinnen. Albert Heyn zag deze zaterdag af van de service om wat extra geld te kunnen pinnen. Daar viel overheen te komen. Opvallend was ook dat het vakje waar de honderdjes werden opgeborgen uitpuilde.
Nergens zag ik de emmers tussen de benen van de caissieres waarin guldens zouden worden afgestort. Die waren me toch in het vooruitzicht gesteld…
Het grootste probleem afgelopen zaterdag? Dat was het herkennen van de verschillende muntjes. De mensen moesten allemaal, ikzelf ook, even turen op de muntjes om de waarde vast te stellen. Maar verder? Ik denk dat we de vuurproef glansrijk hebben doorstaan. Nederland is europroof!

7 januari 2002

--------------------

Persbriefing 

Het leven kan zijn gewone loop weer krijgen. Gisteren was de laatste persbriefing in het Nationaal Voorlichtingscentrum dat speciaal voor de euro-invoering was ingericht. Minister Zalm deed verslag van de eerste euroweek. Van de contante betalingen was zaterdag 90 procent in euro. Op de guldenbetalingen werd in 99 procent euro’s als wisselgeld teruggeven. Sinds 1 januari waren er 11,5 miljoen geldopnames gedaan. Op zaterdag werd er 4 miljoen keer gepind. Dat is normaal voor een winkelzaterdag. In chartaal opzicht is de omwisseling voltooid, was zijn conclusie.
Het snelle verloop is het resultaat van een uitstekende voorbereiding. Alle radertjes zijn de afgelopen jaren goed in elkaar gepast. De collega’s van het ministerie van Financiën en De Nederlandsche Bank hebben eer van hun werk. Zoals blijkt uit zeer recent onderzoek. Het ongemak viel mee, zegt 92 procent van de mensen. Drie op de vier hebben geen enkel probleem gehad. En 96 procent zegt goed geïnformeerd te zijn. Daarvan steek ik natuurlijk zelf apetrots iets van in mijn zak.
De euro is nog niet volledig ingevoerd. Er zijn immers nog administratieve systemen waarvan de komende weken blijkt of ze europroof zijn. Vorige week is het goed gegaan met de kinderbijslag. Volgende week volgt de voorlopige teruggaaf van de inkomstenbelasting. Daarna komen de sociale uitkeringen. En de salarissen natuurlijk. Alle testen zijn goed verlopen. Maar het komt uiteraard op de uitvoering aan. De betreffende instanties kunnen ervan op aan dat de media met argusogen hun prestaties volgen. Zoals ze het aan het rollen brengen van het geld hebben gevolgd. Maar ze kunnen die belangstelling, denk ik, met vertrouwen tegemoet zien.
De vinger wordt overigens nog wel aan de pols gehouden. Maar als het goed is, merkt u daar niet zoveel van. Zoals u vóór 1 januari ook niets hebt gemerkt van wat zich achter de schermen van het geldverkeer afspeelt. En zo hoort het ook…

8 januari 2002

--------------------

Zout 

Een flauw grapje. Er zit een man in de trein. Hij strooit overvloedig zout. Verbaasd vragen enkele medereizigers: wat bent u aan het doen? Ik strooi zout. Waarom? Tegen de wilde beesten! Maar er zijn hier helemaal geen wilde beesten. Zie je wel dat het helpt! Aan dit mopje dacht ik bij krantenberichten over het tekort aan wisselgeld. Niet ten onrecht blijkt nu. Want wat zegt de woordvoerder van de supermarkten? Het was misschien wel een beetje overdreven, maar het resultaat telt.
Een situatie scherp opzetten, daar raak ik niet gauw van ondersteboven. Maar als het overleg om problemen op te lossen al lang en breed tot een bevredigend resultaat heeft geleid, om dan nog moord en brand te gaan schreeuwen, daar kan ik niet goed tegen.
Van het begin af aan is door de regering onderkend dat de invoering van de euro een megaoperatie zou worden. Met zoveel verschillende facetten, dat een brede adviesgroep in het leven moest worden geroepen, om die ook vanuit verschillende invalshoeken te kunnen bekijken. Dat is het Nationaal Forum voor de introductie van de euro geworden. Binnen De Nederlandsche Bank is voor de distributie van de munten en biljetten een vergelijkbare adviesgroep opgezet. Niemand kan volhouden dat er ook maar één organisatie is die zich terecht miskend kan voelen. En dan geeft het geen pas als iemand toch een Calimero-effect probeert op te roepen.
Het is echter ook vreselijk moeilijk om je er tegen te verweren. Wat kopen buitenstaanders voor publiek gooi- en smijtwerk? Voor het overvloedig buitenhangen van de vuile was? Het wendt de aandacht af. En het dreigt het ordelijk verloop van – in dit geval – de invoering van de euro te verstoren. Maar ik ben blij dat de woordvoerder van de supermarkten nu zelf heeft erkend, dat we er verstandig aan doen in het vervolg zijn opmerkingen met een korrel zout te nemen…

9 januari 2002

---------------------

Pet 

De euro-invoering zou de criminele geest stimuleren. Menigeen heeft aan de borreltafel voorspeld wat er vanuit valsemunters opzicht allemaal zou gebeuren. Of hoe eerzame winkeliers – en anders wel de oudere medemens – slachtoffer zouden worden van banale oplichterstrucs. Er waren kortom enorme veiligheidsrisico’s verbonden aan de euro-omwisseling. Die konden eigenlijk niet in voldoende mate worden getackeld.
Ieder land heeft de politie die het verdient. We willen graag blauw op straat. Vanuit preventief oogpunt. Maar martiaal optreden, daar hebben we eigenlijk een broertje aan dood. Als we het belachelijk kunnen maken, dan zullen we het niet laten. Dat weet de politie ook. Eenmaal benaderd om mee te denken over de hele operatie omschreef de politie de euro-invoering snel als ‘een logistieke operatie met een veiligheidsdimensie’. Daarmee was de toon gezet. Nuchter is vervolgens gewerkt aan het - onder meer - zichtbaar aanwezig zijn bij de transporten van de munten en de biljetten. Maar niet al te opzichtig. Vanuit mijn beroepsdeformatie lette ik er natuurlijk op hoe dat in de praktijk uitpakte. Zo zag ik in winkelcentrum Amsterdamse Poort op zaterdag na Kerstmis een grote geldwagen op een van de pleintjes staan. Een paar motoragenten eromheen. En twee mensen die bij verschillende winkels muntpakketten gingen bezorgen. Het winkelend publiek nam er geen notie van. Afgelopen zaterdag, weliswaar in een ander winkelcentrum, van hetzelfde laken een pak. Niemand die iets opviel. Voor de betreffende winkeliers en waardetransporteur een veilig gevoel. Voor de burger geen angstig makende politie-aanwezigheid. Gewoon het goede midden.
Er zijn aanwijzingen dat er de laatste maanden minder overvallen hebben plaatsgehad. Eind deze maand zal dat definitief helder zijn. De grappen doen al de ronde. Laten we elk jaar een nieuwe munt invoeren... Maar alle gekheid op een stokje. De politie heeft een enorme bijdrage geleverd aan het enthousiaste onthaal dat de euro heeft gekregen. Petje af voor haar prettige en rustgevende professionaliteit.

10 januari 2002

--------------------

Afscheid 

De kranten bieden nog wat euro-nabranders. Ouderen blijken euro-kampioen. Het papier van de euro rafelt sneller dan oude guldenbiljetten. De inkt van de euro kan schadelijk zijn voor de gezondheid. Bewuste misdrukken van eurocenten in Italië om verzamelaars geld uit de zakken te kloppen. En bovenal: zorgen bij publiek over de euro-inflatie. Maar al die berichten kunnen niet verhelen dat de euro snel een zachte landing heeft gekregen.
Dat lijkt me een geschikt moment om afscheid te nemen. Met veel plezier heb ik vanaf 1 september 2000 deze stukjes geschreven. Eerst wekelijks. En vanaf 1 december vorig jaar elke werkdag. Het zijn precies 90 geworden. Per keer heb ik u iets willen vertellen over weer een ander aspect van de euro. Het was vooral informatief. Grote ontwikkelingen probeerde ik soms met micro-waarnemingen te verbinden. Of het allemaal tot iets heeft gediend, laat ik graag aan uw beoordeling over.
Terwijl ik dit stukje schrijf komen de laatste sitraps binnen. Het betalingsverkeer is voor 97% over op euro. In totaal hebben de laatste zes weken 190 duizend mensen gebeld over de eurokit. Zevenendertigduizend mensen belden met andere vragen. Via e-mail zijn er 9 duizend vragen binnen gekomen. Er zijn bijna 10 duizend brieven ontvangen van mensen die het eurokitje niet konden afhalen. Van die formidabele aantallen raak ik niet meer ondersteboven. Ze benadrukken het succes van de euro op een andere manier. En ook maken ze duidelijk dat er nog wat valt af te ronden.
Een voorstel voor een groots evaluatieonderzoek passeert vervolgens het bureau. Omstreeks 1 juli moeten de bevindingen in een symposium worden gepresenteerd. De voorbereidingen zijn bijna volgens het boekje gegaan. Zo zal het ook met de afwikkeling gaan. Voor u is de euro al bijna een vanzelfsprekendheid. Met enkele collega’s ga ik nog op zoek naar leermomenten. En pas dan ga ik over tot de orde van de dag…

11 januari 2002