Overheidscommunicatie tussen 1995 en 2010

De moeizame slag om het publiek vertrouwen
 

NVJ plast tegen de verkeerde boom

Keer op keer komen er verwijten vanuit de journalistiek naar politiek en overheid. Niet zelden worden er klaagzangen vanuit de politiek in omgekeerde richting aangeheven. Zullen we nu niet gewoon ons werk eens goed gaan doen. Italië kan toch niet winnen, zoals Johan Cruijff ons leert, maar je kunt er wel van verliezen.

Thomas Brüning

NVJ-secretaris Thomas Brüning: "Overheid overschrijdt grens" (foto NVJ)

De overheid moet goed communiceren met burgers. Dat behelst een heel breed terrein, waar heel veel mensen op werken. Dan hebben we het over officiële publicaties, over de Belastingtelefoon en over Postbus 51. Het merendeel van de rijksoverheidsvoorlichters werkt in deze sfeer. Het vervelende is dat de journalistiek deze mensen altijd meetelt als ze praat over de dreiging die uitgaat van het ‘groeiende aantal voorlichters’. De werkelijkheid is anders. Het aantal wordt minder.

De overheid moet niet alleen goed, maar ook naar de eisen van deze tijd communiceren met burgers. En op alle niveaus met steeds minder mensen. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor beleidscommunicatie en persvoorlichting. Ik geef nu leiding aan het project Overheidscommunicatie Nieuwe Stijl (ONS), die gemeenschappelijke voorzieningen moet ontwikkelen om de gevolgen van de teruggang van ruim 800 fte naar circa 600 fte op te vangen. In dit kader gaan alle departementale websites uiterlijk eind dit jaar op zwart (voor tien sites is het al zover), content en functies worden geïntegreerd in www.rijksoverheid.nl. Op deze die website komen ook korte filmpjes die betrekking hebben op actuele publieke optredens van bewindslieden of in kort bestek de portee aangeven van beleid dat in de steigers staat. En daarbij maken we gebruik van camjo’s. Nuchter, zakelijk, niks ‘eendimensionaal ophemelen van overheidsbeleid’.

De schoen wringt bij Thomas Bruning natuurlijk heel ergens anders. Het is hem een doorn in het oog dat veel media de filmpjes zo goed vinden, dat ze er gebruik van willen maken als ware het videopersberichten op hun websites. Maar dat moet hij de rijksoverheid niet verwijten. Er worden al decennia lang persberichten gemaakt. Goede persvoorlichters scheppen er een eer in die zo goed te schrijven dat ze bijna één op één de krant in kunnen glijden. Nu zijn er camjo’s die hun video’s zo professioneel mogelijk willen maken, zodat ze ook goed in de omgeving van een mediasite zouden passen. Wat is er daar mis mee? Sterker nog, er zit in deze ambitie iets van een waarborg tegen ‘eendimensionaal ophemelen van overheidsbeleid’.

Als er al aandrang bij Bruning is om te plassen, dan moet hij dat in een andere richting doen. Media nemen sinds jaar en dag persberichten geheel of gedeeltelijk over. En zo doen ze dat nu met de videopersberichten. Het is aan hen te bekijken of het in hun redactiebeleid past, of het in overeenstemming is met de onafhankelijkheid die ze daarbij aan de dag leggen. Er wordt de media niets opgedrongen. Er wordt geen afbreuk gedaan aan hun ‘onafhankelijkheid’ bepaalde items naar eigen inzicht te coveren.

Het huidige medialandschap en de manier waarop mensen in hun informatiebehoefte voorzien plaatst zowel de media als de overheid voor problemen. Ieder moet maar in zijn eigen omgeving nagaan hoe met deze uitdaging om te gaan. Maar laten we niet oorzaak en gevolg door elkaar halen. De overheid heeft een plicht tot communicatie met de samenleving. Soms doet ze dat rechtstreeks, soms samen met de media. De media willen hun doelgroepen informeren over door hen geselecteerde onderwerpen, binnen een in eigen kring ontworpen format. Soms past de overheid daarin, soms niet. Laten we dit vaststellen en vervolgens met respect voor elkaars keuzes aan het werk gaan.

_____________________________________________________________ 

Eerder gepubliceerd in Villamedia op donderdag 9 september 2010