Overheidscommunicatie tussen 1995 en 2010

De moeizame slag om het publiek vertrouwen
 

De moeizame slag om het publiek vertrouwen

Communicatie hoort in het hart van het beleidsproces. Dat is een van de belangrijkste conclusies uit het rapport ‘In dienst van de democratie’ van de Commissie Toekomst Overheidscommunicatie, beter bekend als de commissie-Wallage, dat in 2001 het licht ziet. Overheidsvoorlichting moet meer zijn dan het eenvoudig ‘zenden’ van informatie naar burgers, zo luidt het pleidooi van Jacques Wallage en de zijnen. De overheid hoort te ‘communiceren’, hoort een dialoog op te zetten met de bevolking. Dat begint met zich in te leven in de dagelijkse bekommernissen van burgers, met te luisteren naar hun opvattingen en eindigt met de vertaling daarvan in beleid dat kan rekening op vertrou­wen bij de burger. Met inzichten als deze en met hun expertise kunnen de communicatie­professionals een meerwaarde leveren aan de totstandkoming van beleid. Pas dan staat de overheidscommunicatie echt ‘in dienst van de democratie’. De aanbevelingen van de commissie-Wallage zijn niet aan dovemans oren gericht. Het rapport inspireert de directeuren Communicatie – verenigd in de Voorlichtingsraad – om de handen ineen te slaan en gezamenlijk ‘de slag om het publiek vertrouwen’ aan te gaan. Zo'n tien jaar ben ik als directeur Communicatie bij het ministerie van Financiën en vicevoorzitter van de Voorlichtingsraad daarbij betrokken.

In De moeizame slag om het publiek vertrouwen beschrijf ik van binnenuit mijn ervarin­gen. Als nieuwkomer in de overheidscommu­nicatie sta ik al snel voor de uitdaging om de communicatie rond de introductie van de euro in goede banen te leiden. Ik probeer daarbij verder te kijken dan mijn eigen verantwoordelijk­heid. De turbulente ontwikkelingen op het speelveld van de overheidscommunicatie probeer ik zo goed mogelijk te analyseren. De roep om meer transparantie, de opkomst van internet, het moeizame huwelijk tussen overheid en ICT en – last but not least – het toegenomen wantrou­wen waarmee de bevolking haar vertegen­woordigers bejegent, ik poog al die thema's zo kritisch mogelijk te benaderen. Hetboek is daardoor een verslag vol hoogte- en dieptepunten geworden dat soms herinneringen oproept aan de processie van Echternach: drie stappen vooruit, twee achteruit. Maar het boek heeft een happy end. In het slothoofdstuk maak ik de balans op van vijftien jaar overheidscommunicatie en stel in alle bescheidenheid vast dat er aansprekende resultaten zijn geboekt.

Een pdf-versie van het boek is hier kosteloos op de website te raadplegen en te downloaden.