Overheidscommunicatie tussen 1995 en 2010

De moeizame slag om het publiek vertrouwen
 

Guido Rijnja -

Machinaties

Guido Rijnja

Guido Rijnja, foto van website OpenOverheid

Wie zich vandaag staande wil houden als overheidsvoorlichter, moet van goeden huize komen. Het openbaar bestuur politiseert, burgers en boodschappers bui­ telen overal kaar heen - en waar sta je dan? Jacques Wallage, wiens naam verbonden zal zijn aan de staatscommissie die 15 Jaar geleden het kabinet opriep het paard voor de wagen te spannen ('communiceer in het hart van het beleid') sprak bij de presentatie van het overzichtswerk van Jeroen Sprenger zelfs van 'een giftig brouwsel'. Bezorgd besprak hij een praktijk van voorlichters die er niet in slagen om de blik van bestuurders en ambtenaren te helpen switchen van macht naar processen. Onbedoeld werken ze eraan mee dat aan de grondslagen van de democratie wordt geknaagd.

Sprenger beschrijft de periode van 1995 tot 2010, waarin hij directeur Communicatie was bij het ministerie van Financiën en van een tijdelijke directie Overheidscommunicatie Nieuwe Stijl (ONS) bij het ministerie van Algemene Zaken. Het waren de jaren waarin politiek-assistenten furore maakten, maar vervolgens voorlichtingsdirecteuren en de secretarissen-generaal gezamenlijk tekenden voor eenduidigheid in de kabinetspresentatie, de toegankelijkheid van overheidsinformatie voor burgers en ambtenaren en professionalisering (met een eigen Academie voor Overheidscommunicatie).

Kuifje in Haagse kringen

Oud-vakbondsvoorlichter Sprenger danste aanvankelijk als een Kuifje door Haagse kringen en kreeg gaandeweg lol in het spelen met de dilemma's die nu eenmaal onvermijdelijk zijn, zodra korte termijn-scoringsdriften samenkomen met behoeften aan consistente relaties en vertrouwen. Het beeld van de verwonderende reporter overheerst in het boek. De waarde schuilt dan ook vooral in inzicht in hoe de tijdgeest in Sprengers tijd werd verstaan, met een stevig accent op de ervaringen bij het ministerie van de schatkist. Er zijn daarnaast, ongetwijfeld, andere ontw1kkelingen in het eerste decennium het beschrijven waard, zoals de fundering van omgevingsonderzoek en het inspelen op publiek ongemak. We leren vaak meer van wat we gedaan hebben dan van wat we ons voornemen, zeker in de publieke sector, waar resultaten vaak stevig afwijken van doelstellingen en afspraken in politieke akkoorden de facto variaties blijken te zijn op de slogan van een Japans ministerie van transport: 'het proces is het resultaat'.

Voer voor wie de machinaties in en om de overheid wil snappen en vooral de onvermoede pogingen om invloed uit te oefenen, gezag te verdienen en van ongemak te genieten.

GUIDO RIJNJA -Eerder gepubliceerd in COMMUNICATIE, JAARGANG 22, Juli 2016